Verslag van hét Digitale Debat 2025: investeren in autonomie en toekomstbestendige digitale infrastructuur

Op 13 oktober vond in het Nationaal Archief in Den Haag hét Digitale Debat 2025 plaats, georganiseerd door tien brancheorganisaties uit de digitale sector, waaronder NLconnect. Onder leiding van moderator Kees Verhoeven gingen zeven kandidaat-Kamerleden in debat over de digitale toekomst van Nederland. Het debat werd bijgewoond door zo'n 150 genodigden uit overheid en bedrijfsleven, terwijl nog eens 500 mensen de livestream volgden.
De politiek werd vertegenwoordigd door Hemin Hawezy (CDA), Barbara Kathmann (GroenLinks-PvdA), Queeny Rajkowski (VVD), Hanneke van der Werf (D66), Cynthia Pallandt (Partij voor de Dieren), Bjorn Beijnon (Volt) en Ruben van Heteren (SGP). Matthijs Pontier van de Piratenpartij hield een kort betoog over digitale vrijheid en soevereiniteit.
Digitale autonomie
Centraal in het debat stond de vraag hoe Nederland en Europa meer grip kunnen krijgen op hun digitale toekomst. In de eerste debatronde over geopolitiek en digitale autonomie bestond brede overeenstemming dat Europa te afhankelijk is van Amerikaanse cloudproviders. Kathmann stelde dat Nederland de regie over zijn data moet terugpakken en desnoods wettelijk moet vastleggen dat overheidsdata in Europese clouds worden opgeslagen. Van der Werf en Rajkowski onderschreven dat streven en wezen erop dat digitale autonomie forse investeringen vergt in infrastructuur, kennis en innovatie. Rajkowski pleitte in dat verband voor een structureel investeringsfonds, terwijl Van der Werf het belang van onderwijs en innovatie benadrukte. Ook CDA’er Hawezy vond dat de overheid als launching customer het goede voorbeeld moet geven en meer gebruik moet maken van Nederlandse en Europese technologie. Beijnon (Volt) benadrukte het belang van Europese samenwerking en pleitte voor een Europees soevereiniteitsfonds om open-source-technologie te stimuleren. Van Heteren (SGP) wees erop dat Nederland moet blijven investeren in digitale infrastructuur, maar waarschuwde dat Europese regelgeving niet mag doorslaan in bureaucratie en nationale slagkracht niet mag belemmeren.
Digitale infrastructuur
Naast de afhankelijkheid van Amerikaanse platforms kwam ook het belang van fysieke infrastructuur nadrukkelijk aan bod. Het internet mag dan virtueel lijken, zo stelde Verhoeven, maar is uiteindelijk gebouwd op tastbare infrastructuur zoals datacenters, glasvezelkabels en antennemasten. Kathmann pleitte voor overheidsinvesteringen in zeekabels terwijl Van der Werf opriep tot Europese samenwerking op het gebied van digitale weerbaarheid, ook van fysieke infrastructuur. Rajkowski waarschuwde dat Nederland bij de ontwikkeling van datacenters slimmer moet omgaan met ruimtelijke ordening, zodat innovatie en draagvlak hand in hand kunnen gaan.
Investeringsklimaat
In het tweede blok over innovatie en investeringsklimaat stond de spanning tussen risico’s en kansen centraal. Pallandt waarschuwde dat digitalisering ten dienste moet staan van mens, natuur en democratie, en niet van macht en winst. Volgens haar kunnen kansen pas worden benut als de risico’s eerlijk worden onderkend. Andere deelnemers benadrukten juist dat Nederland meer ruimte moet geven aan innovatie. Rajkowski vond dat regelgeving rond kunstmatige intelligentie deels is doorgeslagen en pleitte voor meer balans. Kathmann stelde dat er terecht veel over risico’s wordt gepraat maar dat we de de kansen van digitalisering voor economie en samenleving niet moeten vergeten. Hawezy sprak over het wegnemen van belemmeringen voor private investeringen. Het CDA wil minder regeldruk en vereenvoudiging van fiscale regelingen, zodat de markt blijft investeren in digitalisering en digitale infrastructuur. Vanuit VVD-zijde klonk de wens om de positie van een minister van Digitale Zaken te koppelen aan Economische Zaken, zodat de digitale agenda nauw verbonden blijft met economisch beleid.
Een terugkerend thema was het gebrek aan stabiliteit in Den Haag. Meerdere sprekers wezen erop dat digitalisering niet gebaat is bij steeds wisselende prioriteiten en korte politieke cycli. Structurele investeringen in onderwijs, innovatie en digitale infrastructuur zijn volgens alle deelnemers onmisbaar voor de toekomst van Nederland.
Digitale samenleving
In de afsluitende ronde kregen de kandidaten elk een minuut om hun belangrijkste boodschap te delen. Daarin kwam duidelijk naar voren dat digitalisering niet alleen een economische of technologische kwestie is, maar ook een maatschappelijke. Hawezy (CDA) sprak over de rol van ouders en scholen in digitale opvoeding. Kathmann (GroenLinks-PvdA) waarschuwde dat digitalisering niemand mag buitensluiten. Pallandt (Partij voor de Dieren) wees op de impact van technologie op mentale gezondheid en pleitte voor bewust offline zijn. Van der Werf (D66) benadrukte dat digitale weerbaarheid begint bij onderwijs. Van Heteren (SGP) riep op tot meer persoonlijke verantwoordelijkheid in het omgaan met technologie, terwijl Rajkowski (VVD) en Beijnon (Volt) sloten met de oproep om te blijven investeren in innovatie en samenwerking binnen Europa.
Draagvlak voor digitalisering
Het debat liet zien dat de aandacht voor digitalisering in de politiek stevig is toegenomen. Tegelijk werd duidelijk dat visie alléén onvoldoende is: de cruciale vraag is of het volgende kabinet durft te kiezen voor regie én ruimte – voor de overheid én voor investeringen van marktpartijen. NLconnect heeft daarom al concrete suggesties gedaan om het investeringsklimaat te verbeteren en ruimte te scheppen voor private initiatieven, onder meer door regelgeving te vereenvoudigen.