NLconnect is de branchevereniging van de glasvezel- en breedbandindustrie

Veel aandacht voor connectiviteit in verkiezingsprogramma’s TK23

Nieuws
27 september 2023
Veel aandacht voor connectiviteit in verkiezingsprogramma’s TK23

Op woensdag 22 november zijn er verkiezingen voor de Tweede Kamer. De meeste partijen hebben inmiddels hun verkiezingsprogramma’s gepresenteerd. Wat zijn de Haagse plannen met connectiviteit zoals glasvezel en 5G? En welke andere thema’s rondom onze digitale infrastructuur spelen een rol in de politiek? We maakten een analyse van de partijstandpunten over connectiviteit en de digitale infrastructuur:

Snelle, betrouwbare en veilige connectiviteit vormt het fundament onder de digitale transitie en is een onmisbare pijler onder onze maatschappij en economie. De Nederlandse glasvezel-, kabel- en mobiele netwerken zijn van absolute wereldklasse, zowel als het gaat om beschikbaarheid als om kwaliteit. Maar die goede uitgangspositie is niet vanzelfsprekend. Om onze breedbandnetwerken op orde te houden, verder te verduurzamen en veilig te houden, zijn voortdurende investeringen nodig. Ondersteuning daarvan met adequaat overheidsbeleid helpt. NLconnect heeft daarom suggesties gestuurd aan de politieke partijen. In de programma’s zien we gelukkig veel van onze voorstellen terugkomen.

Overal snel internet

NLconnect maakt zich sterk voor een incidentele publieke steunregeling om de laatste (naar schatting zo’n 20.000) woonadressen in ons land aan te sluiten op snel internet. Die oproep vindt concreet gehoor bij VVD, BBB en D66. De VVD wil ‘dat iedere Nederlander toegang heeft tot glasvezel en/of snel internet, met speciale aandacht voor de gebieden waar dit tot nu toe niet mogelijk is’. BBB beschouwt ‘glasvezel als een essentiële infrastructuur, omdat zij bijdraagt aan verbinding, ontwikkeling en autonomie voor mensen in de stad en op het platteland’. Omdat zij een sterke digitale infrastructuur cruciaal acht voor de regionale ontwikkeling van dorpen en kernen, wil de partij ‘snel internet via kabel en mobiel beschikbaar voor iedereen in stedelijke gebieden, dorpen en buitengebieden’. D66 noemt expliciet de 20.000 huishoudens en ‘wil dat de overheid in samenwerking met het bedrijfsleven zorgt dat deze huishoudens worden aangesloten op snel internet’. 

Ook SP, FvD en Volt besteden aandacht aan overal snel internet. De SP noemt internet een moderne nutsvoorziening die ‘voor iedereen beschikbaar en betaalbaar’ moet zijn. De partij streeft op termijn naar gratis internet voor iedereen, wat de SP met publieke middelen wil bekostigen. FvD is ‘voor supersnel glasvezel internet in heel Nederland’ en ook Volt wil ‘snel, veilig en betrouwbaar internet voor iedereen’. Als het aan NSC ligt wordt toegang tot internet 'een wettelijke basisvoorziening', maar men wijdt niet uit wat dan precies zou inhouden'. 

5G en 6G

De vraag naar landelijke mobiele communicatie blijft groeien. In tegenstelling tot vrijwel alle andere Europese landen is de frequentieband (3,5 GHz) die nodig is om dit te bedienen in Nederland echter nog altijd niet geveild. NLconnect vindt het essentieel dat de veiling zo spoedig mogelijk plaatsvindt. De stap naar 6G breekt dan natuurlijk ook eerder aan.

Vorige week werd echter bekend dat de veiling helaas weer vertraging oploopt. De VVD heeft oog voor dit probleem en pleit voor ‘meer tempo met het veilen van de benodigde frequenties voor de volledige uitrol van 5G’ en wil dat we als land ‘een leidende rol gaan spelen bij het bepalen van de standaarden voor 6G’. D66 spreekt de ambitie uit om met 5G voorop te lopen en concurrerend te zijn met de VS en China. De andere partijen besteden helaas geen aandacht aan de uitrol van 5G.

Duurzaam digitaal

Als fundament voor digitalisering levert de glasvezel- en breedbandindustrie een belangrijke bijdrage aan de duurzame doelen. Maar ook de industrie zelf wordt in rap tempo duurzaam en circulair, met uiteenlopende mooie initiatieven, waaronder het EPD-project van NLconnect. 

Dat laatste sluit mooi aan bij het generieke pleidooi van Volt en PvdD voor ecodesign van producten en de wens van Volt voor duurzaamheidslabeling en regels tegen greenwashing. GroenLinks-PvdA ziet ‘groene en sociale ondernemers als bondgenoot’ en wil dat de overheid duurzaam ondernemerschap en ecologische innovatie breed ondersteunt en stimuleert. D66 wil dat Nederland zich in Europa hard maakt voor ‘klimaatrechtvaardige toeleveringsketens van technologie’. Dat geeft de breedbandindustrie perspectief, want dat is precies waar we aan werken.

Problematisch wordt het wanneer partijen denken dat groeiend dataverkeer leidt tot meer energieverbruik. Zo wil GroenLinks-PvdA ecodesignregels ‘die het gebruik van data en rekenkracht voor kunstmatige intelligentie (AI), online advertenties, video’s en games, slimme apparaten en cryptomunten aan banden leggen’. De partij wil ook dat ‘nieuwe soft- en hardware zuinig omspringt met data, energie en grondstoffen’. Hier wordt van alles op een hoop gegooid. Als het gaat om groei van dataverkeer – bijvoorbeeld voor video’s - heeft de partij de kennelijke premisse dat er een correlatie is met energieverbruik. De telecompartijen laten echter al jaren juist zowel stijgend dataverkeer als een dalend energieverbruik zien. Ter illustratie bijgevoegde grafiek van het elektriciteitsverbruik van het KPN-netwerk in GWh.

Elektriciteitsverbruik KPN-netwerk

De PvdD meent dat een ‘slim apparaat vragen het licht uit te doen nu net zoveel energie kost als het licht een uur lang laten branden’. Dat is niet op feiten gebaseerd. De PvdD wil ook dat ‘de schaarse ruimte op het net (niet) wordt weggegeven aan datacenters of cryptominers’. Om datacenters – die we in onze digitale economie hard nodig hebben - en cryptomining op één hoop te gooien, is weinig constructief. 

Voor datacenters – een aanpalende industrie - is verder veel aandacht in de programma’s. Zowel NSC, GroenLinks-PvdA, BBB, D66, SGP als Volt hebben (soms uitgebreide) teksten over verduurzamen van datacenters, verminderen van watergebruik door datacenters en hergebruik van datacenter-restwarmte. Dat sluit in grote lijnen goed aan bij de Europese Energy Efficiency Directive, die op 20 september in aangescherpte vorm verscheen

Veilige apparatuur

De digitale toppositie van ons land is mede te danken aan het internationale en globale karakter van onze industrie. De collectieve innovatiekracht van de internationale toeleveringsketen heeft mede bijgedragen aan onze voorsprong in kwaliteit. Om innovatie, investeringszekerheid en concurrerend vermogen te behouden kunnen we het ons dus niet veroorloven om internationale partijen louter op basis van subjectieve kwalificaties uit te sluiten. Tegelijkertijd mogen, kunnen en willen we niet marchanderen met de veiligheid van onze digitale infrastructuur. Dat vraagt volgens NLconnect om gebruik van objectieve veiligheidsstandaarden en certificeringen voor leveranciers. 

Zo’n objectieve benadering is in de programma’s helaas nauwelijks terug te vinden, uitgezonderd voor connected devices. De Partij voor de Dieren wil daar cybereisen voor, en D66 verwijst naar een vlotte implementatie van de Cyber Resilience Act. Maar waar het gaat om netwerkapparatuur wil D66 dat Nederland minder afhankelijkheid wordt van leveranciers van buiten Europa en inzet op ‘een Europees netwerk van leveranciers’. GroenLinks-PvdA wil ‘doelen stellen voor diversificatie van toeleveringsketens en het beëindigen van ongewenste Chinese invloed binnen bedrijven en kritieke infrastructuur’. JA21 is bevreesd dat ‘China haar grip op essentiële domeinen zoals telecomnetwerken en onze energievoorziening kan versterken’ en wil een Europees verbod op Huawei- apparatuur in de kern van 5G-netwerken en in (toekomstige) 6G-netwerken. Dat is allemaal aardig subjectief.

Bescherming van vitale infrastructuur 

De Nederlandse vitale infrastructuur moet goed worden beschermd, om maatschappelijke ontwrichting door uitval of verstoring te voorkomen. Dat geldt natuurlijk ook voor digitale infrastructuur. NSC wil in dit kader 'voldoende capaciteit en middelen voor onze veiligheidsdiensten MIVD en AIVD'. De Christenunie wil dat bescherming tegen buitenlandse invloeden en digitale inmenging ‘wettelijk beter wordt geborgd’. Hoe het wettelijk kader van onder meer de Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen en de Telecommunicatiewet daartoe moet worden aangescherpt wordt echter niet duidelijk. De VVD is iets concreter en wil vitale sectoren en strategische sectoren ‘beter beschermen tegen digitale spionage en sabotage door onder andere strenger te toetsen op buitenlandse investeringen, overnames en fusies’. Voor de telecomsector is dat natuurlijk reeds geregeld in de Wet Ongewenste Zeggenschap Telecommunicatie, maar wellicht wil de VVD die aanscherpen? 

Duidelijker worden de partijen waar het gaat om voorbereidingen op cyberaanvallen en fysieke bescherming van vitale infrastructuur, ook op de zeebodem. GroenLinks-PvdA wil dat de overheid investeert in defensieve capaciteiten om onze vitale infrastructuur te beschermen tegen cyberaanvallen, samen met bondgenoten. De VVD wil dat de overheid scenario’s voorbereidt voor cyberaanvallen, ‘vaker oefenen op digitale uitval’ en ook dat de overheid sneller en meer dreigingsinformatie deelt met (vitale) bedrijven. De VVD wil ons land verder als internet- en dataknooppunt van Europa versterken ‘door ons zeekabelnetwerk te ontwikkelen’. Andere partijen zetten meer in op bescherming van bestaande zeekabels. JA21 wil bijvoorbeeld ‘stroomlijning van de regelingen voor bescherming van de vitale infrastructuur op de zeebodem’. Het CDA vindt dat Defensie met voorrang zeekabels moet beschermen, in samenwerking met de landen om ons heen.

Digitaal maatschappelijk belang en de BVm

Veel leden van NLconnect streven actief naar doelen van digitaal maatschappelijk belang, zoals versterking van digitale burgerrechten, internetvrijheid, digitale soevereiniteit, open netwerken en een veiliger digitale infrastructuur. Dit alles vanuit de overtuiging dat vitale infrastructuur en techniek in veilige handen moet zijn, dat data op veilige en vertrouwde plekken moeten worden opgeslagen, dat censuur op internet moet worden voorkomen en dat toegang tot internet open, laagdrempelig en veilig moet zijn. Kortom: connectiviteit die de samenleving dient. 

Deze uitgangspunten vinden uitvoerig naklank bij meerdere partijen. Zo wil het CDA de Grondwet uitbreiden met digitale grondrechten en de SP heeft het over ‘aanvullende burgerrechten in het digitale tijdperk’. D66 wil meer digitale autonomie door cloudinfrastructuur op Europees niveau te stimuleren en ook GroenLinks-PvdA wil investeren in een veilige cloud. Volt noemt informatievrijheid een fundamenteel recht en PvdA-GroenLinks, PvdD, D66 en BVNL maken zich sterk voor het recht op end-to-end encryptie. En in vrijwel alle programma’s – helaas uitgezonderd PVV, FvD en 50Plus – is uitvoerig aandacht voor investeringen in het bestrijden van cybercrime en het bevorderen van cybersecurity.

Zowel in het regeerakkoord van Rutte III als in het coalitieakkoord van Rutte IV was opgenomen dat het Rijk werk zou maken van maatschappelijk ondernemerschap door middel van de introductie van de BVm, de B.V. met maatschappelijk doel. Doel van deze nieuwe rechtspersoon is om de erkenning en daarmee betere herkenning te realiseren van ondernemingen die niet het maken van winst maar het realiseren van positieve maatschappelijke impact vooropstellen. De BVm- status zou sommige ondernemingen ook helpen in het realiseren van bovenstaande doelen van digitaal maatschappelijk belang. Een wetsvoorstel is in voorbereiding, maar nog niet naar de Raad van State of de Kamer gestuurd. NLconnect blijft daarom pleiten voor de BVm en we zijn verheugd dat we die wens weer terugzien bij D66 en Christenunie, die respectievelijk ‘een duidelijke erkenning van sociale ondernemingen in de wet, bijvoorbeeld als maatschappelijke BV (BVm)’ en ‘een aparte modaliteit voor deze bedrijven in het Burgerlijk Wetboek: de Besloten Vennootschap maatschappelijk (BVm)’ willen. 

Al met al veel aandacht voor connectiviteit in de programma’s en meestal met een constructieve insteek. Dat voorspelt veel goeds voor de komende periode!