NLconnect is de branchevereniging van de glasvezel- en breedbandindustrie

Streamingdiensten moeten 5% omzet investeren in Nederlandse producties

Mediawet en mediabeleid
07 juni 2023
Photo by <a href="https://unsplash.com/@popcornmatch?utm_source=unsplash&utm_medium=referral&utm_content=creditCopyText">Marques Kaspbrak</a> on <a href="https://unsplash.com/photos/n1amn-SHKzw?utm_source=unsplash&utm_medium=referral&utm_content=creditCopyText">Unsplash</a>

De Tweede Kamer heeft op 6 juni ingestemd met het wetsvoorstel investeringsverplichting Nederlands cultureel audiovisueel product. Grotere streamingdiensten die in Nederland actief zijn, gaan 5% van hun Nederlandse jaaromzet investeren in Nederlandse producties. De maatregel moet ertoe leiden dat meer Nederlandse producties te zien zijn bij streamingdiensten zoals Netflix, Disney+ en Videoland. 

Het wetsvoorstel verplicht streamingdiensten met een jaaromzet in Nederland van meer dan € 10 miljoen om 5% van die omzet te investeren in Nederlandse producties. Zo’n investering houdt bijvoorbeeld in dat streamingdiensten zelf een Nederlandse titel (co)produceren, of een bestaande, recente Nederlandse productie aankopen en aanbieden. Dit levert volgens het ministerie van zeker OCW € 40 miljoen aan extra investeringen op in de Nederlandse film- en televisiesector.

Alle genres behalve sport

Na een amendement van de Kamer is nu in het wetsvoorstel opgenomen dat de helft van de investeringen naar films, series en documentaires moet gaan en de andere helft door de streamingdienst zelf besteed kan worden, mits het om een Nederlandse productie gaat. Investeringen in verslag doen van sportevenementen of -wedstrijden vallen niet onder het wetsvoorstel. Kamer scherpte ook de criteria aan waaraan een productie moet voldoen om te worden gezien als Nederlandse productie.

Onafhankelijke producties

De Kamer verhoogde het investeringspercentage van 4,5% naar 5% en regelde dat ten minste zestig procent van het te investeren bedrag moet worden besteed aan onafhankelijke producties. De wet wordt drie jaar na inwerkingtreding geëvalueerd. In een motie verzocht de Kamer de regering om jaarlijks een overzicht naar de Kamer te sturen waarin staat welke producties in dat jaar onder de investeringsverplichting vielen.

Onderzoek naar bijdrage van Facebook, TikTok, Instagram en YouTube

In een motie riep de Kamer de regering ook op om te onderzoeken hoe videoplatforms zoals Facebook, TikTok, Instagram en YouTube in de toekomst onder de stimuleringsregeling kunnen komen. In Vlaanderen is dat nu al het geval. De Kamer verwees daarbij naar het grote marktaandeel en de hoge advertentie-inkomsten van deze diensten.